Korte geschiedenis van de Belgische opleidingskampen in Frankrijk tijdens de Eerste Wereldoorlog: de heroïsche periode en op kruissnelheid.

De heroïsche periode

In de geschiedschrijving van de jaren 20 en 30 van vorige eeuw wordt het najaar van '14 omschreven als de "Heroïsche periode" van de opleidingskampen. Het is volop improviseren. Een groot deel van de rekruten draagt nog burgerkledij. Aan alles is er een tekort: uniformen, schoeisel, uitrusting, wapens. De infrastructuur van de meeste kampen is primitief. De omkadering is penibel, er zijn onvoldoende onderofficieren en officieren. De uitdagingen zijn dus enorm. De prioriteit gaat uit naar de opleiding van infanteriesoldaten om de verliezen aan het front op te vangen. Daarnaast moet er een reserve klaargestoomd worden van onderluitenanten om leiding te geven aan het front. Tenslotte moet het leidinggevend personeel voor de opleidingskampen zelf worden gevormd.

Waalse infanteristen in het opleidingskamp van Eu, 1914

Begin januari 1915 worden er al meer dan 14.000 opgeleide manschappen naar het front gestuurd. De situatie in de opleidingskampen verbetert echter gaandeweg. 

Op kruissnelheid

In de lente van 1915 zijn er tien opleidingskampen voor infanteristen in gebruik. In de loop van dat jaar komen er nog instructiecentra voor de andere legeronderdelen bij (artillerie, genie, mitrailleurs, vliegeniers, ...).

Tevens worden de instructiecentra voor de kandidaat-officieren operationeel. Na de slag aan de IJzer (17 tot 31 oktober 1914) is het tekort aan officieren immers nijpend. Tijdens de eerste oorlogsmaand augustus worden 413 officieren buiten strijd gesteld, nog eens 439 in september en tijdens de eerste dagen van de slag aan de IJzer nog eens 115. Tijdens het beleg van Antwerpen was er al een 'centre d'instruction des officiers auxiliaires et des sous-officiers' opgericht met een effectief van een 150-tal onderofficieren en korporaals om de oorlogsvrijwilligers en de rekruten van lichting 1914 te omkaderen. Begin oktober 1914 wordt het echter opgeheven en het personeel ervan wordt verdeeld over de verschillende opleidingskampen in Normandië. 

Het is pas in januari 1915 dat de regering het initiatief neemt een opleidingscentrum voor infanterieofficieren op te richten te Gaillon. Het ministerie van Oorlog installeert vervolgens in april 1915 nog opleidingscentra (CISLA's - centres d'instruction sous-lieutenants auxiliaires) voor kandidaat-officieren artillerie (CISLAA te Audresselles) en cavalerie (CISLAC te Campagne-les-Guines) en in mei volgt een opleidingscentrum voor officieren genie (CISLAG te Ardres). Het Inspection Général de l'Armée richt zelf nog een opleidingscentrum voor kandidaat infanterieofficieren op te Bayeux om instructeurs klaar te stomen voor de vele opleidingskampen in Frankrijk. 

De meerderheid van de opleidingskampen valt onder de bevoegdheid van het Inspection Général de l'Armée onder leiding van luitenant-generaal de Selliers de Moranville. Alle instructiecentra voor officieren, uitgezonderd dat van Bayeux, ressorteren evenwel rechtstreeks onder de minister van Oorlog. Tenslotte zijn er de kampen die deel uitmaken van de grote basis van Calais, zoals o.m. het centre d'instruction de génie (CIG) en het centre d'instruction de cavalerie (CIC). 

Fonds de Selliers de Moranville, overzicht van de opleidingskampen (CI)
onder verantwoordelijkheid van de I.G.A.

De huisvesting van de rekruten is divers. Leegstaande Franse kazernes worden gebruikt, hotels en andere gebouwen worden opgevorderd, er worden barakken in elkaar getimmerd door de genie, de lokale bevolking wordt eveneens aangesproken om soldaten in huis te nemen. 

De opleidingskampen hebben hun eigen aalmoezeniers. Er worden bibliotheken opgericht, orkesten gevormd en films vertoond. In de verschillende kantonnementen zijn er nauwe contacten tussen de Franse bevolking en de Belgische militairen. De Belgische nationale feestdag en Koningsdag worden gevierd. In de plaatselijke pers zijn er regelmatig aankondigingen en verslagen van Frans-Belgische activiteiten zoals concerten, sportevenementen, Vlaamse kermissen, ... Dezelfde pers meldt heel wat huwelijken tussen Belgische soldaten en Franse meisjes. Enkele Normandische gemeenten schenken een vlag aan de Belgische troepen wat steeds gepaard gaat met een ceremonie waarbij de plaatselijke gezagsdragers en de Belgische commandanten de strijdlust van elkaars troepen prijzen. 

Extract uit "Le Messager Eudois" van 24 mei 1917, 
bekendmaking van de plechtigheid om een vlag te
overhandigen namens de stad Eu aan het CIA 
(Centre d'Instruction d'Artillerie Belge, gevestigd te Eu)


Belangrijk te vermelden is dat de Franse departementen die de Belgische opleidingskampen herbergen daarnaast ook honderden of zelfs duizenden Belgische vluchtelingen onderdak bieden. Er zijn gemeenten waar het contingent Belgen groter is dan de lokale bevolking. 

Kris Smets

wordt vervolgd




Reacties

Populaire posts