Eu - Een koninklijke site

De Franse stad Eu ligt net in Normandië (Seine-Maritime), op 3 km van Le Tréport en op een 6-tal km van de gemeente Ault (Picardië - Somme).

De kustlijn met zijn witte kliffen, die van Ault via Le Tréport naar Dieppe en vervolgens dieper Normandië ingaat, is bij velen gekend als vakantiebestemming of als tussenstop.  Aan de overkant van het Kanaal ligt een vergelijkbaar natuurgebied, The Seven Sisters, genoemd naar de zeven opeenvolgende krijtrotsen.  Veel minder gekend is de stad Eu, die nochtans de moeite van het bezoeken meer dan waard is.

Eu was één van de residenties van de laatste Franse koning, Louis-Philippe I.  Tijdens  zijn regnum dat standhield tot 1848 ontving hij er twee keer de Britse koningin Victoria.  In 1843, de ontmoeting die de geschiedenis zou ingaan als de eerste 'entente cordiale' tussen Frankrijk en Engeland, in 1845 volgde nog een blitsbezoek.

Château d'Eu.  Foto K. Smets

Het château d'Eu huisvest vandaag de mairie en het museum Louis-Philippe.  Dat laatste is een aanrader voor de toerist met historische belangstelling.

De collegiale kerk van Eu is zonder meer indrukwekkend.  Daarnaast zijn er nog meerdere interessante bezienswaardigheden.

1914 - een opleidingscentrum van de infanterie
In België bleef er na de inval en de opmars van de Duitse troepen slechts een kleine lap onbezet grondgebied over.  De regering die in de eerste helft van oktober 1914 verkast was naar de Franse badplaats Sainte-Adresse (Le Havre) kon met het akkoord van de Franse regering de opleiding van nieuwe rekruten organiseren op een reeks van toegewezen locaties in Normandië en Picardië.

De stad Eu herbergde één van de eerste opleidingskampen van het Belgisch leger op Franse bodem.  Samen met Fécamp en Dieppe vormde Eu het centre d'instruction nr. 1.  Vanaf oktober 1914 werden er Belgische infanteristen klaargestoomd.  Aan hen was immers de grootste behoefte om het verzwakte leger aan de IJzer te versterken.

Eu telde in die tijd rond de 5.700 inwoners, nog aangevuld met een belangrijk contingent vluchtelingen uit Noord-Frankrijk en België.  En daar kwamen nog eens de Belgische soldaten bovenop, 1.135 manschappen op 19 oktober.

Op 29 november 1914 vond een grote receptie plaats op het stadhuis, ter verwelkoming van de Belgen, waarop het officierenkorps present was. Enkele weken later, op de gemeenteraad van 19 december, werd beslist de Place d'Amiens voortaan Place Albert 1 te noemen en de Rue de Mers werd herdoopt in Rue des Belges.

Waalse infanteristen te Eu in 1914. Collectie K. Smets

1915 - opleidingscentrum van de artillerie

In het voorjaar van 1915 vond een eerste reorganisatie van de opleidingskampen plaats.  Als gevolg daarvan ruimden in mei van dat jaar de infanteristen te Eu plaats voor artilleristen.

Messager Eudois, 13 mei 1915

Mei 1915, Eu - Kazerne Morris - vertrek van Belgische infanteristen.  Collectie Ridha Arfa

De opleiding van artilleristen was tot dan onder de hoede van de grote Belgische basis te Calais.  Er werd echter verkozen een centre d'instruction de l'artillerie (C.I.A.) op te richten te Eu.  Deze regio werd geschikter bevonden voor deze opleiding, die zowel bestond uit het verwerven van kennis en praktijk over het geschut, als rekruten die in hun leven amper een paard gezien hadden te leren paardrijden.

Op zondag 6 juni 1915 vond de officiële ontvangst op het stadhuis plaats van de Belgische officieren van het C.I.A.  Uiteraard werd er hierover bericht in de plaatselijke pers.

Messager Eudois, 6 juni 1915

Net zoals in vele andere kantonnementen van het Belgisch leger in Frankrijk werd de Belgische aanwezigheid een deel van het dagelijkse leven van de inwoners van Eu.  Tal van Frans-Belgische activiteiten vonden plaats tijdens de oorlogsjaren.  De Belgische feestdagen werden gevierd, met vanzelfsprekend het défilé op de nationale feestdag.

Messager Eudois, 22 juli 1915

Jean Fallon - een soldaat te Eu
Bij het uitbreken van de Grote Oorlog was Jean-Baptiste Fallon nog leerling aan het college van Namen.

De Fallons waren een welgestelde familie.  Vader was industrieel en werkte voor de Société des Fours à Chaud des Grands-Malades (Beez).  Hij was gehuwd met Caroline Janssen, een Duitse dame afkomstig van Aken.  De familie woonde op een prachtig domein "Le château des Grands Malades" aan de oevers van de Maas.

Na de val van de forten van Luik begonnen de Duitse troepen met het beleg van Namen.  Op 24 augustus 1914 gaf het Belgisch garnizoen van Namen zich over.  De Duitse troepen veroverden de stad.  Het gezin Fallon vluchtte richting kust.  Vanuit Blankenberge vertrokken ze naar Engeland en ze vonden een woonst in Buxton (Derbyshire).

De zeventienjarige Jean meldde zich in juni 1915 aan als oorlogsvrijwilliger bij een rekruteringsbureau van het Belgisch leger te Londen.  Op aandringen van zijn vader koos hij voor de zware artillerie.  Op 12 juni vertrok hij van Southampton naar Le Havre.  In een eerste brief van 12 juni naar zijn ouders schreef hij "Nous embarquons ce soir à 9 ou 10 heures.  Je m'amuse excessivement bien.  Nous commençons à devenir soldats tous les 12 copains."

1915, Jean Fallon.  Collectie Marie-Antoinette Guillon

Op 13 juni vertrok een tweede brief vanuit het centre d'instruction de l'artillerie te Eu.  Hij beschreef zijn ervaringen van de eerste uren in het opleidingskamp "Je suis bien heureux d'avoir pu trouver de bons compagnons dans les volontaires".

Jean Fallon was een plantrekker, zo bleek uit de volgende brieven. "Pour dormir, j'ai deux grand sacs remplis de paille et en plus 2 couvertures et je dors très bien.  Je prends ma valise pour m'en servir d'oreiller!  Il faut que l'on tire son plan à l'armée et que l'on soit très expéditif!"

Eind juni schreef Jean dat ze met ongeveer 1.100 artilleristen en 800 paarden waren.

Café des Tribunaux
Enkele dagen na de nationale feestdag schreef Jean vanuit het Café des Tribunaux (gelegen aan de Place Carnot, nu de Place Guillaume le Conquérant te Eu) een brief naar zijn ouders.  Jean had een vlotte pen, in zijn brieven ging het doorgaans over de dagelijkse bezigheden in het opleidingskamp.  Bij deze brief voegde hij een foto toe van het défilé van de 21ste juli.  Op de foto heeft hij zichzelf met een kruisje aangeduid.

Eu 21 juli 1915.  Collectie Marie-Antoinette Guillon

C.I.A.
IIde groep, 5de batterij te paard
Eu, Seine-Maritime

Eu, 26 juli 1915

Mijn liefste ouders,

Met veel genoegen ontving ik vanavond de aangename brief van vader die ik net gelezen heb in het Café ses Tribunaux, waarin hij vertelt over zijn reis en de feestelijkheden die plaatsvonden in Sheffield.  Vader maakt in de brief nog de opmerking dat ik blijkbaar zijn berichten steeds in Café des Tribunaux lees.  Vandaag heb ik de kazerne rond 7 uur verlaten.  

We zijn vandaag buiten de kazerne gaan paardrijden en we hebben over hindernissen gesprongen.  Het was bijzonder leuk, de kolonel en de commandant waren aanwezig en hebben ons nog wat raad en tips gegeven over hoe we het best kunnen springen met de paarden.  Deze namiddag hebben we dan lotje getrokken, om onze sectie in twee groepen van 24 man te verdelen, de eerste groep deed dan vanmorgen zijn oefeningen met de paarden en de tweede groep in de namiddag.   Ik had het nummer 9 en zat dus in de eerste groep.  Vervolgens kreeg elk van ons een paard.  Ik had geluk en kreeg een prachtig bruin paardje dat zeer vlot draafde en galoppeerde.  Het droeg het nummer 4715.  Morgen gaan we terug buiten paardrijden, met de luitenant, en deze keer zonder stijgbeugels.  Binnen 14 dagen beginnen de oefeningen met de kanonnen.

Tot nu is het moeilijk om jullie duidelijkheid te geven over het type artillerie waar ik zal terechtkomen, bij de lichte of bij de zware.  De paardrijlessen die we nu krijgen zijn dezelfde voor alle artilleristen.  Binnen 2 of 3 dagen zal ik vader hierover meer nieuws kunnen geven.

Bij deze brief voeg ik nog een foto bij die op 21 juli van onze sectie is genomen op de Place Carnot tijdens het défilé.  Ik ben de eerste van de derde rij, ik heb een kruisje onder mij gezet.  Ik ben er zeker van dat deze foto jullie plezier zal doen en ook wel een idee geeft wat ik ondertussen al kan.  Binnen een paar dagen zal ik jullie nog enkele mooiere dingen doorsturen.

Vanmiddag kreeg ik ook twee Engelse kranten met de post, veel dank aan vader hiervoor.  Jullie brieven komen telkens goed toe en dat doet me veel deugd.  Als de mijne wat later toekomen, moeten jullie daar niet verbaasd over zijn, want ze worden soms gecontroleerd.

Tot mijn spijt moet ik jullie nu verlaten, liefste ouders.  Het is tijd om terug naar de kazerne te gaan.  In de hoop dat ik morgen weer nieuws van jullie mag lezen en in afwachting daarvan krijgen jullie van mij een dikke zoen en natuurlijk ook Lucie, Marthe, Laure en Max.

Jullie genegen zoon Jean


1916 - 1918
Begin 1916 nam kolonel Antoine de fakkel over van kolonel Berger als hoofd van het centre d'instruction.  François-Maximilien Antoine diende op het Belgische front tot 2 oktober 1914 als commandant van het 2de artillerieregiment.  Hij viel echter ten prooi aan een zware depressie en werd geëvacueerd naar Engeland.

Na een lange herstelperiode verscheen hij voor een medische commissie en werd hij op  31 december 1915 op pensioen gesteld.  Maar tegelijk kreeg hij een tijdelijke aanstelling, voor de duur van de oorlog,  als commandant van het C.I.A. te Eu.  Antoine was daarmee zeker geen uitzondering.  Meerdere officieren die tijdens de eerste weken van de oorlog uitvielen aan het front, als gevolg van ziekte of ongeschiktheid, werden overgeplaatst naar functies achter het front.


Kolonel Antoine °29/05/1861 +24/10/1944.  Documentatiecentrum KLM-MRA

In 1916 draaide het centre d'instruction de l'artillerie op volle toeren,  Volgens de cijfers van luitenant-generaal de Selliers de Moranville bedroeg op 13 mei het effectief 4.512 manschappen.  Het C.I.A. dat te Eu de twee verlaten Franse kazernes Morris et Drouet en de terreinen van de briqueterie Delaporte betrok, kreeg zelfs nog uitbreidingen buiten het centrum van Eu (het Camp de la Vierge en nog een kamp aan het Bois de Cise)

In vergelijking met de andere opleidingskampen telde Eu meer hoger opgeleide en universitaire rekruten.  In de memoires van Jacques Pirenne, de latere secretaris van koning Leopold III,  is te lezen dat er tijdens zijn periode te Eu op meerdere momenten fricties waren tussen rekruten en hun opleiders.  Naar zijn zeggen omwille van de incompetentie van de instructeurs die werden geconfronteerd met rekruten die beter dan hen de werking van de kanonnen begrepen.

Er passeerden ook namen die later bekendheid zouden verwerven, zoals de Kempische schrijver Jozef Simons en Filip de Pillecyn, eveneens schrijver en tijdens de Eerste Wereldoorlog actief in de frontbeweging.  En niet te vergeten, Julien Lahaut, eertijds voorzitter van de communistische partij van België, die vermoord werd in 1950, een week nadat hij bij de eedaflegging van Boudewijn "Vive la République!" zou geroepen hebben.

De inwoners van Eu zagen tijdens de oorlogsjaren de prijzen van de levensmiddelen sterk stijgen, aan bepaalde producten was er schaarste.  De lijst van gesneuvelde Eudois werd elk jaar langer.

Kolonel Antoine verliet Eu op 2 november 1918 richting Oostende voor een nieuwe opdracht. De overige Belgische militairen zouden pas half december vertrekken, met uitzondering van een vijftigtal die nog bleven om het materieel te bewaken.  Op maandag 2 december 1918 vond de afscheidsreceptie plaats op het stadhuis.

Messager Eudois, december 1918

Zij die achterbleven  ...
Negenendertig Belgische soldaten zouden de terugkeer naar België niet meer meemaken.  Zij rusten op het kerkhof van Eu.

Kerkhof Eu. Foto K. Smets

Sergeant Jean Fallon werd ziek op 11 november 1918, Spaanse griep ... en overleed op 14 november op de leeftijd van 20 jaar in het militair ziekenhuis van Brugge, Sint Michiels.
Zijn ouders kregen het nieuws pas begin januari 1919.

1918 Jean Fallon.  Collectie Marie-Antoinette Guillon

K. Smets


Bronnen :
  • Briefwisseling Jean Fallon, collectie M.A. Guillon
  • de SELLIERS de MORANVILLE, Fonds de Selliers de Moranville, KLM-MRA
  • Militair dossier  Jean Fallon en F.M. Antoine, KLM-MRA
  • PIRENNE Jacques, Mémoires et Notes Politiques, Verviers 1975
  • Stedelijk archief EU, Le Messager Eudois 1914 - 1918





Reacties