De schuur van Mr Blondel: Petrus Verelst

min 


David Vandenberghe heeft een nieuwe reactie op je post "Ardres - de schuur van Monsieur Blondel" achtergelaten:

Geachte, P Verelst verwijst allichtt naar Petrus Fideel Verelst uit Merchtem, soldaat lichting 1905. Bij 5e bataljon genie in 1916. Op 1 november (jaar momenteel onbekend maar na 1915) te depot van Ardres. 

Na onze eerste blog over de schuur van Mr Blondel en onze oproep om informatie kregen we een eerste interessante reactie binnen. Enig verder opzoekingswerk maakte dat onze voorzitter Kris het militair dossier van Petrus wist te vinden in het archief van het Legermuseum, en dat liet ons toe om zijn militaire carrière verder uit te diepen.

Petrus Fideel Verelst werd geboren op 17 juli 1885 in Merchtem en was van de lichting 1905. In zijn dossier vinden we niks terug over militaire dienst en we veronderstellen dus dat hij er zich heeft uitgeloot. Op 31 juli 1914 was er echter een Algemene Mobilisatie, en werden de klassen 1901 tot 1909 opgeroepen om zich te melden. Onze Petrus ging binnen als gewoon soldaat en werd naar de Vesting Antwerpen gestuurd.

Zijn eerste gevechtservaring kwam er tijdens zijn verblijf in het fort van Walem, bij de Artillerie de Forteresse waar hij vanaf 14 augustus bij was ingedeeld. Het fort van Walem was een deel van de fortengordel rond Antwerpen. Toen de gevechten uitbarstten was Petrus één van de 500 soldaten in het garnizoen, en één van de wederopgeroepenen waarvan Majoor De Witte, de commandant van het fort, het volgende verklaart: "Wat de waarde van dit garnizoen betreft, deze manschappen hadden reeds lang geen actieve dienst meer gedaan en waren niet meer onder invloed van de militaire discipline. Het waren allen mannen van een zekere leeftijd (onze Petrus was toen al 29), gehuwd en familievaders. Ze vormden geen goed garnizoen voor het fort. Men moet jonge, onbezorgde mensen hebben."

Het fort nam van 6 tot 22 september deel aan de artilleriebeschietingen ter ondersteuning van de operaties ten zuiden van Mechelen (waar mijn grootvader, Jan Octaaf De Keersmaecker aan deelnam). Op 28 september begon de beschieting van Fort Walem, die eindigde op 2 oktober toen het fort zich overgaf. Hier vind je de volledige tekst van deze periode, ik geef hier al een sterk citaat mee:

Om 12u30 heeft er een enorme ontploffing plaats, ogenschijnlijk veroorzaakt door een 305mm granaat die ingeslagen is in een klein kruitmagazijn van de grote caponnière. Dit veroorzaakt de volledige instorting van de grote caponnière, van de centrale gang van de caponnière leidend naar het hoofdfrontgebouw, dat eveneens beschadigd wordt. 
De electrische generator die zich aan de ingang van de centrale poterne (tunnelgang) aan de binnenplaats bevond wordt op deze binnenplaats geprojecteerd en wordt omgevormd tot een vormeloze massa van verwrongen ijzer met daaronder verkoolde lijken. Al wat zich in de centrale gang van het hoofdgebouw bevond is verbrand.
Het is daar dat een groot aantal van onze artilleristen zich had verzameld. Een verkoold lichaam wordt teruggevonden op de centrale kazerne. De ontploffing had het tot daar geslingerd.
Meer dan 70 manschappen liggen begraven onder het puin, ongeveer 70 anderen zijn zwaar verbrand en dolen, met zwart geblakerd en bloedend gezicht en handen in verbrande kleren, rond in het fort dat ze met hun geschreeuw vullen. In de poterne liggen verkoolde lijken en afgerukte ledematen. Het onmiddellijke gevaar voor het restant van het garnizoen is de ontreddering en de paniek.
Terwijl de dokter, de aalmoezenier en mijn officieren samen een summiere verbandplaats organiseren tracht ik met de buitenwereld in verbinding te treden en mijn gewonden te laten afhalen. 
Eén lijn werkt nog zeer zwakjes. 
Het is dankzij de toewijding van diegenen die het afschuwelijke spektakel van deze halfverkoolde schimmen hebben geborgen dat ik er in geslaagd ben om opnieuw meester te worden van wat restte van het garnizoen en de weerstand kon verder zetten. 




De resten van de grote Caponnière na de ontploffing. foto Ricky Van Dyck


Het fort van Walem was op dat moment al sterk verouderd. Het was bestand tegen de impact van 220mm granaten maar de Duitsers hadden hun Skoda mortieren meegebracht. Met hun kaliber van 305mm hadden ze ook al de Luikse forten op de knieën gedwongen, en ze konden vlot door de 2 meter gewapend beton van de forten schieten.

Op 29 september werd echter een deel van de manschappen weggestuurd. Was Petrus daarbij ? Of was hij een gewonde die gerepatrieerd werd voor de val van het fort ? Zij die bleven werden immers gevangen genomen. We weten wel dat ondermeer mannen met shell-shock gerepatrieerd waren naar Antwerpen, en dat Petrus op 8 oktober naar Frankrijk werd geëvacueerd.

'Ik bezocht 's anderendaags, 30 september 1914, een paar ambulances in de stad (Antwerpen). Er waren afschuwelijk verminkten die ik eerbiedig en zwijgend moest voorbij gaan. Een, bevriend dokter bracht me in een zaal waar soldaten lagen die heelemaal of bijna niet gekwetst waren, maar in zenuw-crisis van het slagveld werden weggevoerd en nu nog over hun hele lichaam beefden, terwijl hunne wijd-open oogen idioot keken van de verschrikking die zij hadden meegemaakt. Zij kwamen meestal uit de forten van Waelhem, Sint-Katelijne-Waver, Koningshoykt en Lier. 
Tekst Jozef Muls, 1918

In totaal werden een 400 à 500 manschappen van de fortenartillerie naar Frankrijk verscheept, en Petrus arriveerde op 16 oktober met een groep in Ardres waar hij werd ingedeeld bij de 7de Compagnie d'Artillerie. Dat bleek geen succes en vanaf 1 december zat hij bij de 48e Compagnie de Travailleurs en nog later in het Artilleriedepot, eenheden die vaak gebruikt werden om manschappen te herbergen die definitief of tijdelijk hun militaire inzetbaarheid verloren. De piste van shell shock is dus niet denkbeeldig, te meer daar hij op30 maart 1915 vertrok naar het kamp van Ruchard in de Loire, een kamp/hospitaal met een zeer slechte reputatie voor deserteurs, zieken en gebroken mannen. We denken dat hij zijn naam ergens eind 1914 of begin 1915 in de schuur kerfde. 

Op 1 februari 1916 is hij blijkbaar terug geschikt voor frontdienst en vervoegt hij terug het Leger ten Velde, bij het 5de Bataljon Genie deze keer. Hij bleef er tot mei 1919, deze keer echt aan het front want het leverde hem frontchevrons op. Hij was overigens niet de enige die na de val van Antwerpen eerst een tijd in Ruchard doorbracht voor te worden doorgestuurd naar een actieve eenheid. 

Petrus kreeg uiteindelijk 7 frontchevrons en ontving in 1931 het Vuurkruis. Later zou hij nog Ridder in de orde van Leopold II en Ridder in de Kroonorde worden. Hij bracht de rest van zijn leven door in Merchtem-Peizegem, in de Nieuwstraat, op nummer 131. 

We hebben geen foto van hem, dus indien U familie bent of van Merchtem, en een foto mocht hebben dan zien we die graag tegemoet. Je kan reageren op  drones.club@telenet.be

Wie meer wil weten over de schuur van Mr Blondel kan hier eens een kijkje nemen.

Reacties